Corona-regelingen



 Urencriterium 2021

Ondernemers hebben recht op verschillende ondernemersfaciliteiten als zij voldoen aan het urencriterium. Dit betekent dat een ondernemer ten minste 1.225 uren en de helft van zijn arbeidstijd per kalenderjaar moet besteden aan zijn onderneming. Voor het jaar 2020 gold een versoepeling van het urencriterium. Deze versoepeling geldt ook voor het eerste halfjaar van 2021. Ondernemers worden in deze periode geacht ten minste 24 uren per week aan hun onderneming te hebben besteed. In het geval van ondernemers, die de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid claimen, gaat het om ten minste 16 uren per week.

Voor ondernemers, die seizoengebonden werkzaamheden verrichten, geldt dat zij in het eerste halfjaar geacht worden het aantal uren te hebben besteed dat zij in andere jaren besteedden aan hun onderneming. Aan de hand van de urenadministratie van 2019 kan een ondernemer beoordelen of hij in het eerste halfjaar van 2021 aan het urencriterium voldoet.

Vrije ruimte werkkostenregeling

Ook voor 2021 geldt een verruimde werkkostenregeling. Je mag onder de werkkostenregeling een gedeelte van je fiscale loon besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor jouw werknemers. Dit is de vrije ruimte.

De vrije ruimte over het fiscale loon t/m € 400.000 wordt ook voor 2021 verhoogd van 1,7% naar 3%. De tweede schijf, de loonsom boven € 400.000 is gewijzigd voor 2021 naar 1,18%.

De vergoedingen die de werkkostenruimte overschrijden worden belast tegen een eindheffing van 80% bij de werkgever. En de werkgever heeft in beginsel niet temaken met de vrije vergoedingen en verstrekking per individuele werknemer. Het hoeft dus niet per werknemer getoetst te worden, maar de kosten moeten wel op collectief werkgeversniveau verantwoord worden.

De werkkostenregeling kent ook gerichte vrijstellingen, deze zijn voor de loonheffingen niet belast en hebben geen invloed op de vrije ruimte (mits aangewezen als eindheffingsbestanddeel) Voorbeelden gerichte vrijstelling is de vergoeding van de kosten voor de verklaring omtrent gedrag (VOG), ook het verstrekken van mondkapjes is een gerichte vrijstelling t/m 31 maart 2021.   

 

DGA’s : verlaging gebruikelijk loon

Deze regeling geldt t/m 31 december 2021

Ieder jaar moet een DGA minimaal € 46.000 uitkeren aan zichzelf, dit heet het gebruikelijk loon. Door de coronacrisis willen veel DGA’s een deel van dit geld liever in de BV houden, zodat het bedrijf over meer liquiditeit kan beschikken.

Bij omzetverlies door coronacrisis wordt het daarom mogelijk gemaakt dat ondernemers tijdelijk van een lager loon uit mogen gaan, in verhouding tot de omzetdaling van het bedrijf.

Heb je als gevolg van de coronacrisis te maken met een omzetdaling dan mag je, zonder de belastingdienst daarvoor toestemming te vragen het gebruikelijke loon in 2020 en/of 2021 lager vaststellen.

Voor 2021 wordt deze maatregel op twee punten aangepast, 1 de regeling voor 2021 zal de omzet over heel het jaar worden vergeleken met de omzet over heel 2019. Hiermee beweegt de maatregel mee met de omzetontwikkeling van ondernemers gedurende heel 2021 waardoor de maatregel doelmatig is. 2 ero wordt een toegangsdrempel ingevoerd voor een minimum omvang van omzetverlies zoals gebruikelijk bij andere coronamaatregelen, zoals de TVL. De regeling voor 2021 staat open voor vennootschappen die in 2021 t.o.v. 2019 ten minste 30% omzetverlies hebben geleden.

Verder geldt dat de rekening-courantschuld of het dividend mag niet toenemen als gevolg van het lagere gebruikelijke loon.

Als de aanmerkelijkbelanghouder in werkelijkheid een hoger loon heeft gehad dan volgt uit onderstaande berekening, dan geldt dat hogere loon.